Column

Met brood voeren wij de dieren dood

Amsterdam start in 2009 een campagne tegen het voeren. De kernboodschap is: voeren maakt dieren afhankelijk en ziek.

Het veroorzaakt overlast en dierplagen. Daarnaast kunnen wij daar zelf ook ziek van worden. Samen met de Turkse en Marokkaanse gemeenschap wordt naar oplossingen gezocht voor overtollig brood. Vanuit geloofsovertuiging mag dit brood namelijk niet bij het huisvuil. In Amsterdam-Noord start dit jaar een proef met broodbakken bij moskeeën. Het brood gaat naar plaatselijke veehouderijen.

Achtergrond: Veel gemeentes bestrijden ratten en duiven vanwege overlast. Voorbeelden van overlast zijn schade aan gebouwen door duivenpoep of knaagschade door ratten. Daarnaast kunnen deze dieren bacteriën bij zich dragen met gevaar voor de volksgezondheid. Duiven, ratten en eenden zoeken de mens op omdat zij daar de goede leefomstandigheden vinden waaronder eten. Ratten leven in riolen, duiven broeden in nissen van gebouwen en onder bruggen en eenden verzamelen zich in parken op vaste voerplaatsen. De mens voert er flink op los. Broden drijven in de vijvers, pakken rijst en vogelzaad liggen uitgestrooid op vaste plekken en reigers wachten op hun dagelijkse maaltijd kippenmaagjes. Dit is goed bedoeld maar slecht voor de dieren. Duiven eten vette patat en ratten snoepen overal mee. 

Gemeentes vangen duiven weg en een deel van de duiven wordt gedood. Ratten worden bestreden met rattengif en sterven een langzame dood. Natuurlijke vijanden en huisdieren lopen onnodig risico op vergiftiging. Buiten de stad zoeken duiven en eenden de hele dag naar gevarieerd en gezond voedsel. Stadseenden eten veel brood, dat is onnatuurlijk en ongezond. Door dit eenzijdige voedsel ontstaat een tekort aan vitamine, kalk en mineralen. Normaal kan een eend 29 jaar worden, maar de meeste stadseenden worden niet ouder dan twee jaar.

Een intensief communicatietraject is cruciaal voor deze cultuuromslag.

(Bron foto: Pixabay)