Nieuws

Grondgebondenheid in de melkveehouderij

Melkveebedrijven moeten in de nieuwe melkveewet hun grondgebonden karakter behouden en versterken. Hoe grondgebondenheid in de melkveehouderij in elkaar zit, wordt uitgelegd in een animatie.

Verantwoorde groei melkveehouderij

In maart maakte de Rijksoverheid bekend dat de groei van de melkveehouderij grondgebonden wordt. Dat betekent dat melkveebedrijven die uitbreiden dat voor een deel moeten baseren op meer grond. Melkveehouders die hun bedrijf uitbreiden en daardoor meer fosfaat (als bestanddeel van mest) produceren dan zij in 2014 deden, moeten jaarlijks aantonen dat zij over voldoende grond beschikken. Staatssecretaris Dijksma: “Grondgebondenheid van de melkveehouderij verhoogt het maatschappelijk draagvlak en draagt bij aan een duurzame ontwikkeling van de sector." De algemene maatregel van bestuur (AMvB) waarmee de grondgebonden groei wordt geregeld, treedt op 1 januari 2016 in werking.

Hoe grondgebondenheid in de melkveehouderij in elkaar zit, wordt uitgelegd in een animatie:

Extra inspanning

De AMvB ziet niet direct op het bevorderen van weidegang, maar bevordert wel de mogelijkheden voor het toepassen daarvan. In 2020 zou 80% van alle koeien in Nederland in de wei moeten lopen. De uitbreiding van de weidegang zal een extra inspanning vragen van alle betrokkenen. Om de benodigde extra inzet te ondersteunen, stelt de staatssecretaris voor de periode tot 2020 een bedrag van €1 miljoen beschikbaar voor bijvoorbeeld kennisontwikkeling voor melkveehouders die over willen gaan op weidegang. Ook wil de staatssecretaris maatregelen nemen om de bestaande stimuleringsregelingen beter toegankelijk te maken voor melkveebedrijven met weidegang.



(Bron foto: Rijksoverheid - still uit animatie)