Afname van weidevogels: mogelijke relatie met bestrijdingsmiddelen?
Onderwerp
Dierenwelzijn, Weidevogels, Graslandbeheer
Interessant voor
Terreinbeheerder, Veehouder
Afname aantal weidevogels
Weidevogels zijn sinds 1970 dramatisch in aantal afgenomen. Als oorzaken worden onder andere genoemd:
- Intensief graslandbeheer: veel vroeger en vaker maaien (voor het kuilen) in vergelijking met het maaien voor het hooien vroeger;
- Lagere waterstanden om de berijdbaarheid van de percelen te vergroten en de grasgroei te vervroegen;
- Eenzijdige samenstelling van het (vaak tijdelijke) grasland door doorzaaien en onkruidbestrijding;
- Voorjaarsbemesting door mestinjectie die de dan aanwezige nesten schaden en de bodem verdichten;
- Diverse van de voorgaande maatregelen dragen bij aan een gebrek van insecten die als voer moeten dienen voor kuikens van weidevogels;
- Versnippering van broedgebieden en daardoor versnippering van populaties.
Weidevogels en bestrijdingsmiddelen
Ook bestrijdingsmiddelen zouden invloed kunnen hebben op het ecosysteem in de weidevogelgebieden. In april 2019 is het rapport 'Een onderzoek naar mogelijke relaties tussen de afname van weidevogels en de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen op veehouderijbedrijven' gepubliceerd. In het onderzoek werd de belasting van krachtvoer, mest en bodem met verschillende gewasbeschermingsmiddelen, biociden en anti-parasitaire geneesmiddelen onderzocht. Dit werd gerelateerd aan de afname van de hoeveelheid kevers in mest, die weer als maat werd gebruikt voor de populatieontwikkeling van weidevogels.
Het rapport schetst het beeld dat hoge concentraties van bestrijdingsmiddelen in mest en bodem op veehouderijbedrijven mogelijk een belangrijke oorzaak zijn van de dramatische achteruitgang van veel weidevogelsoorten. Zelfs op biologische bedrijven zijn de gemeten concentraties hoger dan verwacht. De gevonden bestrijdingsmiddelen komen de veehouderijbedrijven binnen via aangekocht krachtvoer en stro.
Nader onderzoek nodig
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een wetenschappelijke analyse van het onderzoek gemaakt om de vraag te beantwoorden of de gevonden waardes risico's kunnen opleveren en of er grond is om bestaande toelatingen in te perken. Het Ctgb concludeert dat er op dit moment geen reden of grond is tot ingrijpen in bestaande toelatingen omdat voor zowel gewasbeschermingsmiddelen als biociden geen overschrijdingen van toegestane concentraties in de bodem zijn gevonden. Ook is het Ctgb van mening dat het onderzoek de relatie tussen het voorkomen van deze stoffen en de afname van weidevogels niet goed onderbouwd. Deze conclusie wordt ook gedeeld door weidevogelexperts van WUR, die in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gevraagd zijn om het rapport nader te duiden. Zowel WUR als Ctgb geven wel aan het rapport een signaal afgeeft dat nader onderzoek naar de relatie tussen de concentraties in alle typen mest en de effecten op mest- en bodemleven rondom veehouderijbedrijven wenselijk is.
Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft de analyse en het advies van het Ctgb afgelopen week naar de Tweede Kamer gestuurd.
(Bron foto: Tureluur_en_grutto_Wikimedia Commons_Ellen Keizer)