Botbreuken groot welzijnsprobleem bij leghennen
Oude botbreuken
Volgens de FAWC neemt het probleem van botbreuken bij leghennen over de afgelopen 20 jaar gezien eerder toe dan af. Botbreuken zijn onder te verdelen in oude en nieuwe botbreuken. In diverse recent (2006 en later) bestudeerde koppels bleek minimaal een kwart van de hennen oude botbreuken te hebben, en dit was zelfs meer dan 40% in niet-kooi systemen. Oude botbreuken, vooral in het borst- en sleutelbeen, komen vaker voor bij hennen in niet-kooi systemen. Dit komt waarschijnlijk door botsingen van vrijlopende hennen met onderdelen van het huisvestingssysteem. Daarnaast dragen slecht ontworpen zitstokken bij aan vervormingen van het borstbeen.
Nieuwe botbreuken
In traditionele kooisystemen (verboden in Europa vanaf 1 januari 2012) lopen de dieren meer risico op het oplopen van nieuwe botbreuken - vooral in de vleugels - bij het vangen voor slachten en opkratten. Hennen in traditionele kooien hebben minder sterke botten, als gevolg van een zeer beperkte bewegingsmogelijkheid. Daarnaast kunnen tekorten in calcium, vooral aan het eind van de productieperiode, leiden tot broze botten. Bij hennen in verrijkte kooien komen het minst vaak nieuwe botbreuken voor, waarschijnlijk door een combinatie van sterkere botten (beperkte bewegingsmogelijkheid aanwezig) en minder obstakels (vergeleken met niet-kooi systemen).
Maatregelen
Oplossingsrichtingen zijn genetische selectie op sterkere botten, aanpassen voerstrategie (betere opname calcium), aandacht voor de kwetsbaarheid van pluimvee bij het vangen en hanteren, angst verminderen om schrikreacties te beperken, en beter inrichten van het systeem om botsingen met onderdelen van het systeem te verminderen. Naar verwachting zal de situatie in Nederland niet veel anders zijn dan in Engeland.
(Bron foto: Wageningen UR Livestock Research)