Nieuws

Nederland zet zich in voor importverbod angorawol en wasbeerhondenbont

Nederland moet het invoeren van angorawol en wasbeerhondenbont in Europa tegengaan. Hiertoe zijn onlangs twee moties door de Tweede kamer aangenomen.

Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken licht de aanpak nader toe in een kamerbrief.

Angorawol en wasbeerhondenbont

Angorawol is afkomstig van het angorakonijn, een konijnenras dat bekend staat om de uitbundige haargroei. Angorawol is geliefd omdat het erg zacht is. De konijnen hebben het zwaar te verduren bij het plukken van de wol, zoals eind vorig jaar bleek uit beelden van dierenrechtenorganisatie PETA. De beelden waren gemaakt in China, en toonden de slechte omstandigheden waarin de dieren worden gehouden en het ernstige lijden als het haar wordt gewonnen.

De omgang met dieren in de Chinese dierhouderij roept vanuit het Westen vaak kritiek op. Zo ook voor de productie van wasbeerhondenbont. In het Noord Chinese Shigezhuang is de productie van bont afkomstig van wasbeerhonden een belangrijke bron van inkomsten voor de boeren. De wasbeerhonden worden onder primitieve omstandigheden gehouden.

In gesprek met textiel- en kledingssector

De aanpak van staatssecretaris Dijksma is gericht op het voorkomen dat er kleding in de winkels komt waarin angorawol of wasbeerhondenbont is verwerkt dat is verkregen van dieren waarvan het dierenwelzijn niet is of kan worden gegarandeerd. Dijksma is in gesprek met de kleding- en textielsector, opdat zij zelf de verantwoordelijkheid nemen om hier voor te zorgen. De textiel- en kledingsector erkent het probleem en spreekt zich uit tegen het gebruik van angorawol en bont in textiel en kleding daar waar er misstanden zijn met dieren.

Omvang en aard problematiek

De sector brengt momenteel de omvang en aard van de problematiek in beeld om daarna te kijken waar mogelijkheden liggen om de problematiek aan te pakken. Stichting Bont voor Dieren heeft een inventarisatie gemaakt van bontverkopende bedrijven, de zogenaamde TE BONT-lijst. Op deze lijst staan nu zo’n 30 bedrijven, maar het zijn er mogelijk meer. Deze bedrijven verkopen volgens Bont voor Dieren kleding met vossen-, wasbeerhonden- en konijnenbont. Hoeveel bont deze bedrijven precies verkopen is niet bekend. Het Nederlands Bontinstituut schatte het totaal aantal verkochte artikelen met bont in 2009 op circa 590.000 stuks en dat werd verkocht door circa 4600 verkooppunten.

Via de zgn. Market Access Database van het Directoraat-generaal Handel van de Europese Commissie kan worden achterhaald hoeveel bont er in Nederland wordt geïmporteerd en geëxporteerd. Dit geldt ook voor de import van kleding. Echter, de import van kleding waarop bont is aangebracht of die bont bevat, wordt niet afzonderlijk gemonitord. Dit bemoeilijkt het in beeld krijgen van precieze hoeveelheden bont en kleding met bont op de Nederlandse markt en de verkoop daarvan. Voor het einde van het jaar spreekt Dijksma de sector weer in de verwachting te horen welke activiteiten er zijn ondernomen en wat de stand van zaken is. Verder is ze voornemens om een van de komende Landbouwraden het onderwerp aan te kaarten.



(Bron foto: Wikimedia)