Nederlanders hebben meer respect voor dieren
Onderwerp
dierenwelzijn, gezelschapsdieren, vee
Interessant voor
dierverzorger, beleidsmaker, dierenarts, veehouder, dierenhouder
Dat zijn enkele conclusies uit De Staat van het Dier 2024, het nieuwe rapport van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA). In bijna alle bevolkingsgroepen wordt dierenwelzijn in gelijke mate belangrijker gevonden dan enkele jaren geleden. Leeftijd, opleidingstype, gender, woonplaats in stedelijk of plattelandsgebied, regio en grootte van het huishouden hebben bijna geen invloed op wat mensen in Nederland over dieren denken. Wel hechten bijvoorbeeld respondenten die bijna dagelijks contact hebben met dieren relatief meer belang aan dierenwelzijn.
Huisdieren worden goed behandeld, maar het kan beter
Over het algemeen zijn Nederlandse burgers tevreden over hoe er met gezelschaps- en hobbydieren wordt omgegaan. Wel zijn ze van mening dat in speciale gevallen meer aandacht voor de intrinsieke waarde van dieren nodig is, zoals in het fokbeleid en training. Bij lichamelijke ingrepen moet er een goede balans zijn tussen verschillende belangen.
Miljoenen mensen én dieren op dat hele kleine stukje aarde
Het besef groeit dat mensen en dieren in Nederland samen op een klein oppervlak wonen, deel uitmaken van hetzelfde ecosysteem en dat ieder wezen behoefte heeft aan voldoende bewegingsruimte. Door onder andere uitbraken zoals de coronapandemie en vogelgriep zijn Nederlanders sinds 2019 kritischer geworden op hoe er met productiedieren wordt omgegaan. Ook over de ecologische impact van met name de intensieve veehouderij. Respondenten vonden een dierwaardige veehouderij steeds belangrijker, maar het vertrouwen dat de overheid via wet- en regelgeving en handhaving het dierenwelzijn in de veehouderij kan waarborgen is de laatste tijd enigszins afgenomen.
"Wanneer wij mensen in de toekomst dieren willen blijven gebruiken voor voedselproductie, gezelschap en kennisvergaring, moeten we nadrukkelijk rekening houden met het welzijn van deze dieren," aldus de onderzoekers van het rapport.