Nieuws

Nederlanders over preventieve knaagdierbestrijding

Zwarte rat - Kapa65 via Pixabay
Bron foto: Kapa65, Pixabay (Pixabay licence)
Samenvatting
  • Onderwerp
    knaagdierbestrijding, dierwelzijn, plaagdieren,
  • Interessant voor
    plaagdierbeheersers, dierbeschermers, dierhouders
Bekijk de bronnen
Maatschappelijk komt er steeds meer aandacht voor dierenwelzijn, maar plaagdieren blijven hierin onderbelicht. Als proefdier worden ratten en muizen wettelijk streng beschermd, maar plaagdieren die buiten die wet vallen, hebben helemaal geen rechten. Sinds 2023 mogen alleen gecertificeerde plaagdierbeheersers rodenticiden gebruiken. Hierdoor gaan Nederlanders op zoek naar alternatieve mogelijkheden voor knaagdierbestrijding. In een onderzoek van de Universiteit Utrecht wordt samen met stakeholders in de plaagdierbestrijding gekeken wat er gedaan kan worden om tot een duurzame en ethische aanpak te komen.

Vanuit Universiteit Utrecht is een duurzame en verantwoorde omgang met plaagdieren onderzocht. Onder andere onderzoekers, dierbeschermers, dierplaagbeheersers en –adviseurs geven in het onderzoek aan dat de ethische aspecten onderbelicht zijn. Wettelijk zijn ratten en muizen als proefdier streng beschermd maar plaagdieren die buiten die categorie vallen, hebben helemaal geen rechten. Om aandacht te geven aan dierwelzijn maar ook de overlast van knaagdieren aan te pakken, zal Nederland ons meer moeten richten op preventieve maatregelingen. De aanpak wordt hierdoor niet alleen duurzamer maar ook effectiever. Volgens de stakeholders zijn er ook verbeteringen mogelijk op onder andere het gebied van wettelijke bescherming, voorlichting voor particulieren en een breder toegepaste en gecoördineerde aanpak bij dierplagen.  

De stakeholders zeggen dat ook deze dieren die als overlast worden gezien, recht hebben op een diervriendelijke behandeling. Samen met het Centre for Sustainable Animal Stewardship, gaan de stakeholders hier verder mee aan de slag. 

Preventief voorkomen 

Integrale Plaagdierbeheersing (IPM) wordt sinds 2023 toegepast om ratten- en muizenpopulaties te beheersen, met als doel het gebruik van biociden te minimaliseren. IPM richt zich op het preventief voorkomen van te hoge plaagdruk, waardoor chemische bestrijding minder nodig is. De eerste belangrijkste stap is preventie. Dit kan bijvoorbeeld door het dichten van kieren en gaten of het knaagdierbestendig maken van afvalcontainers. Uit het onderzoek in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in 2022 blijkt dat het grootste gedeelte van de Nederlanders die met overlast te maken krijgt, dit doet door eten buiten bereik te bewaren. 

Vervolgstappen 

De tweede stap omvat niet-chemische maatregelen, denk hierbij aan klapvallen zetten. Vier op de tien van de mensen die met overlast te maken krijgt, zet deze vallen zelf. Er wordt aanbevolen een erkend knaagdierbeheerser te vragen, maar 8% doet dit ook daadwerkelijk. Als laatste redmiddel worden chemische bestrijdingsmiddelen ingezet. Toch geeft een derde van de mensen in 2022 deze middelen te gebruiken bij overlast. 

Knaagdierproof 

Opvallend is dat maatregelen zoals het knaagdierproof maken van afvalcontainers minder vaak worden toegepast, ondanks dat ze als zeer effectief worden ervaren. Nederlanders noemen effectiviteit als het belangrijkste criterium voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen, maar gebruiksgemak speelt ook een grote rol.  

Sinds 1 januari 2023 kunnen consumenten geen anticoagulantia meer kopen, waardoor 10% van de Nederlanders van plan is om voor die tijd een voorraad aan te leggen. Ongeveer 49% van de mensen met ervaring met knaagdieren en 65% van de mensen zonder ervaring geven aan deze middelen niet meer te kopen vanwege de gevaren. 

Zoeken naar informatie 

Voor informatie over knaagdierbeheersing gebruikt meer dan de helft van de Nederlanders Google, terwijl meer dan een kwart geen behoefte aan informatie heeft. Mensen met ervaring met ratten zoeken minder vaak naar informatie. 

Bij het zoeken naar informatie richten Nederlanders zich vooral op snelle en effectieve middelen en daarna beschikbare middelen. Dat 37% zich bij het zoeken richt op preventieve maatregelen, toont de potentie van IPM als standaardmodel, hoewel het moeilijk kan zijn om mensen het volledige pakket aan maatregelen te laten overnemen.