Nieuws

Onderzoek voor- en nadelen wettelijke borging weidegang

Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken maakt geen haast met een wettelijke borging van weidegang, ondanks een hiertoe aangenomen motie van de Partij voor de Dieren. Hij laat eerst onderzoeken wat de voor- en nadelen van een wettelijke verplichting zijn.

Dat schrijft Van Dam in een brief aan de Tweede Kamer, in antwoord op de motie van de Partij voor de Dieren (Esther Ouwehand, Kamerstuk 21 501-32, nr. 982).

Wettelijke borging weidegang

Op 30 januari en 6 februari 2017 zijn door en met de Kamer uitgebreid discussies gevoerd over de initiatiefnota ‘Wei voor de Koe’, waarbij op 6 februari een motie van het lid Bashir c.s. is ingediend (Kamerstuk 34 313, nr. 8). De motie verzoekt de regering voorstellen voor te bereiden voor een wettelijke verankering van weidegang, waarbij rekening gehouden wordt met nieuwe ontwikkelingen zoals vrije uitloopstallen. Deze wettelijke regeling zou moeten ingaan als de sector de doelstelling van 80% weidende koeien, uitgaande van weidegang van ten minste 6 uur per dag gedurende 120 dagen per jaar, in 2020 niet haalt. Deze motie is op 14 februari 2017 aangenomen. Echter, in het laatste debat voor de verkiezingen kreeg de verdergaande motie van Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren, om weidegang nu al te verplichten, steun van een meerderheid van de Kamer. Deze motie werd op 23 februari 2017 aangenomen.

Onderzoek weidegang

Ondanks de aangenomen motie van de Partij voor de Dieren, wil Van Dam geen haast maken met een wettelijke borging van weidegang. Hij wil, in voorbereiding op eventuele interventies vanuit de overheid, onderzoek laten doen naar wat voor soort interventies denkbaar zijn. Zo laat hij onderzoek doen naar hoe vrijwillige weidegang gestimuleerd kan worden, met name door de partijen die het Convenant Weidegang hebben ondertekend. Ook laat de staatssecretaris onderzoeken wat de voor- en nadelen van een wettelijke verplichting zijn, waarbij ook gevraagd wordt andere overheidsinterventies dan een wettelijke verplichting in beeld te brengen. Met dit onderzoek kan een breed pallet worden geschetst van wettelijke en niet-wettelijke mogelijkheden om weidegang te stimuleren en te borgen, zowel door de overheid als door andere (Convenants)partijen. Bij de uitwerking van de opdracht zullen ook ervaringen in het buitenland met wettelijke maatregelen gericht op weidegang worden meegenomen.

Van Dam heeft Wageningen University & Research (WUR) en het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) inmiddels gevraagd om gezamenlijk dit onderzoek uit te voeren. Het is de bedoeling dat dit onderzoek medio juni 2017 wordt afgerond.

(Bron foto: Wikimedia)