Procedures ruimen pluimvee bij vogelgriep zorgvuldiger
Problemen bij het ruimen
Op 17 maart werd er vogelgriep geconstateerd op een kalkoenenbedrijf in het Limburgse Kelpen-Oler. Onder toezicht van de NVWA werden de ruim 44.000 dieren gedood met koolzuurgas door een hiervoor gecontracteerd bedrijf. De kalkoenen waren verdeeld over zes stallen. Bij het vergassen van de dieren in de eerste vier stallen bleken de stallen niet goed afgesloten te zijn en bleek de gasdruk te laag. Hierdoor duurde het sterven van de dieren langer dan nodig en bleven enkele honderden dieren in leven. Deze moesten alsnog gedood worden door een dierenarts van de NVWA. De betrokken veehouder had grote moeite met deze gang van zaken en mede daarom werd het vergassen van de dieren in de andere stallen uitgesteld. De dag daarop heeft het betrokken vergassingsbedrijf met een nieuwe ploeg personeel en nieuwe apparatuur de dieren in de twee overgebleven stallen vergast. Dit liep wel zoals verwacht werd.
Kritiek op gang van zaken
Zowel de Partij voor de Dieren als het CDA hebben vragen gesteld over de gang van zaken. Senator Koffeman van de PVDD zag voldoende aanleiding om aangifte te doen van dierenmishandeling. Volgens hem was het lijden van de dieren massaal en onacceptabel.
Scherpere eisen ruimingen
In een brief aan de Tweede Kamer reageert staatssecretaris Henk Bleker van EL&I op de vragen. Vergassingen worden in opdracht van het NVWA uitgevoerd door hiervoor gecontracteerde bedrijven. Tijdens de ruiming is er uitgebreid toezicht door de NVWA. De staatssecretaris stelt dat er vanwege de ingewikkeldheid van het proces nooit waterdichte garanties te geven zijn dat er niets fout kan gaan. Uit onderzoek naar het gebeuren in Kelpen-Oler is echter gebleken dat het bedrijf zelf niet aan de gestelde eisen heeft voldaan. De staatssecretaris heeft daarom het contract met het bedrijf ontbonden. Bij toekomstige ruimingen zal voorafgaande aan de uitvoering van de gecontracteerde bedrijven een gedetailleerd werkplan gevraagd worden. Hiermee wordt beter recht gedaan aan de noodzaak maatwerk hiervoor toe te passen bij verschillend gebouwde en ingerichte stallen. Ook zal het verloop van het proces door medewerkers van de NVWA beter gevolgd worden met meetapparatuur.
(Bron foto: Wageningen UR Livestock Research)