Productie roodvlees: risico's voedselveiligheid en dierenwelzijn
Risicobeoordeling roodvleesketen
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een risicobeoordeling van de roodvleesketen (runderen, varkens, paarden, schapen en geiten) uitgebracht, een eerste ketenbeoordeling in een reeks van beoordelingen die de NVWA de komende periode zal uitbrengen. De ketenbeoordeling is opgesteld door BuRO van de NVWA. Het BuRO oordeelt en adviseert wetenschappelijk onderbouwd en onafhankelijk over mogelijke bedreigingen van de voedsel- en productveiligheid. De gepubliceerde ketenbeoordeling toont de risico’s in de vele schakels van de landbouwproductieketen vanaf het dier op de boerderij tot het vlees op het bord van de consument. De risicobeoordeling is met een advies aangeboden aan staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken en minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Dierenwelzijn in de roodvleesketen
BuRO beoordeelt dat in Nederland niet alleen de voedselveiligheid van hoog niveau is, ook het welzijn van productiedieren wordt zo ingeschat, in vergelijking met vele andere landen, door de maatregelen die er door de sector zijn genomen, door de wettelijke bepalingen en door het toezicht. Een compleet beeld van de dierenwelzijnsrisico’s is echter niet te maken voor BuRO op dit moment, omdat systematische registraties niet altijd beschikbaar zijn. Toch schat BuRO in - mede op basis van een analyse van de risico's door Wageningen UR Livestock Research - dat er nog mogelijkheden voor verbetering en voor verdere beperking van de dierenwelzijnsrisico’s zijn. Ontoereikende huisvesting, verzorging en management leveren belangrijke risico’s voor het welzijn van landbouwhuisdieren. Ook het transport, onder andere naar het slachthuis, wordt als een risico voor het welzijn van dieren beschreven in de beoordeling.
NVWA bepleit verbod onbedwelmde slacht
In de beoordeling wordt onder andere de aanbeveling gedaan om het ritueel slachten van dieren - met name van runderen - uit oogpunt van dierenwelzijn te verbieden. In Nederland moet een dier dat wordt geslacht vóór het doden bedwelmd worden. Een uitzondering op de regel is gemaakt voor slachten van runderen, schapen of geiten volgens de joodse of islamitische voorschriften vanwege religieuze overwegingen. Onbekend is hoeveel dieren daadwerkelijk onbedwelmd worden gedood. In de grote slachthuizen wordt dagelijks controle op welzijn uitgevoerd en gecumuleerd vastgelegd in een NVWA-databank. Kleinere slachthuizen hebben risicogericht welzijnstoezicht.
BuRO stelt dat onbedwelmd doden resulteert in stress en pijn van de betrokken dieren. Vooral runderen vertonen veel meer reactie en verzet. Geiten en schapen, die over het algemeen snel het bewustzijn verliezen, vertonen deze reactie minder en bloeden meestal snel dood. Runderen zijn vergeleken met schaap en geit langere tijd bij bewustzijn vanwege verschillen in de anatomie van het bloedvatenstelsel in de hals- en kopstreek. Voor het te slachten dier is het traag intreden van de dood een ernstige aantasting van het welzijn. Bij het onbedwelmd doden van runderen wordt vaak gebruikgemaakt van fixatie-apparatuur waarbij het dier op de rug wordt gekanteld. Voor het te slachten rund levert dit een ernstige stressreactie op, waardoor het welzijn vlak voor de slacht wordt aangetast. BuRO bepeit daarom een verbod op het onbedwelmd doden van dieren. Indien het onbedwelmd doden van runderen toch wordt gecontinueerd dan moet in elk geval worden geregeld dat er geen slachthandelingen mogen worden verricht, zolang het dier nog tekenen van leven vertoont. Verder moeten alternatieven worden gezocht voor het fixeren en kantelen van runderen.
Marianne Thieme wil dat staatssecretaris Dijksma zo spoedig mogelijk met een verbod komt en zal dit aan de orde stellen tijdens de begrotingsbehandeling van Economische Zaken aanstaande dinsdag en woensdag.
(Bron foto: BuRO/NVWA)