Nieuws

Verdunning voer vermindert verenpikken

Opfokhennen en leghennen die vezelrijker en energiearmer voer krijgen besteden meer tijd aan voergerichtgedrag. Tijdens de opfokperiode neemt de schade door verenpikken duidelijk af.

Pikken van kippen

Voor kippen is pikken gedrag om voer op te nemen en de pikorde in te stellen. Verenpikken is ongewenst gedrag en kan uiteindelijk leiden tot verwondingen en zelfs kannibalisme. De Europese richtlijn uit 1999 over het welzijn van legkippen had als gevolg dat het aantal alternatieve huisvestingssystemen zoals scharrelstallen en systemen met uitloop toenam, vooruitlopend op het verbod op niet verrijkte batterijkooien in 2012. In deze alternatieve systemen kan verenpikken een groot probleem zijn. Van verenpikken is bekend dat het vaak te herleiden is naar een arme omgeving met weinig prikkels en mogelijkheden tot het uiten van natuurlijk gedrag. Hierdoor gaan de dieren naar elkaar pikken. Om de schadelijke gevolgen te verminderen worden daarom vaak de snavels ingekort van de kippen. Deze ingreep is uit oogpunt van dierenwelzijn onwenselijk en wordt vanaf 2021 verboden.

Verdunde voeders en verenpikken

Voeding lijkt een sleutelfactor te zijn als het gaat om het tegengaan of verminderen van verenpikgedrag. Als kippen meer en langer bezig zijn met de opname van voer dan vermindert het verenpikgedrag. Kippenvoer waaraan vezels zijn toegevoegd of die gemengd zijn met vezelrijke producten houden kippen langer bezig.

In een onderzoek van Wageningen UR Livestock Research kregen groepen kippen zowel tijdens de opfok (0-20 weken) als de eerste 20 weken van de legperiode voeders aangeboden met verschillende vezelgehalten. Uit het onderzoek bleek dat toevoegen van vezelrijk materiaal in het voer leidde tot een toename van de tijd dat de dieren met de voeding bezig waren. Ook was er een afname van de schade aan het verenkleed tijdens de opfokperiode. De onderzoekers concluderen dat het verstrekken van vezelrijkere praktijkvoeders aan opfok- en leghennen wezenlijk bij kan dragen aan het beheersen van de verenpikproblematiek. Vanuit welzijnsoogpunt bevelen de onderzoekers aan om in zowel het opfok- als in het legvoer een niveau van minimaal 7,5% vezelbestanddelen aan te houden.


(Bron foto: Wageningen UR Livestock Research)