Nieuws

Wanneer is voortijdig doden van dieren geoorloofd?

Samenvatting
  • Onderwerp
    Doden van zorgbehoevende dieren
  • Interessant voor
    dierhouders, sectorpartijen, beleidsmakers, overheid
Bekijk de bronnen
Iedereen die bedrijfsmatig dieren houdt staat wel eens voor een beslissing een dier eerder te moeten doden dan de bedoeling is. Soms is het nodig om een dier uit een onherstelbaar lijden te verlossen. Er zijn ook situaties die niet acuut levensbedreigend zijn, maar die er wel voor zorgen dat het betreffende dier geen goed leven geboden kan worden binnen huidige, gangbare randvoorwaarden. De Raad voor Dieraangelegenheden bepleit betere ondersteuning bij het voortijdig doden van dieren.

Daarnaast moet euthanasie bij dieren beter bespreekbaar worden, in het belang van het dier en degenen die de beslissing moeten nemen en uitvoeren. Deze aanbevelingen doet de Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) in de zienswijze 'Doden van zorgbehoevende dieren'.

Dierwaardig

De maatschappelijke opvatting over onze omgang met dieren is in de afgelopen decennia veranderd en blijft in beweging. Daarom heeft minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gevraagd om een zienswijze over dit onderwerp. Het onderwerp sluit aan op de eerdere zienswijzen ‘Zorg voor het jonge dier’ (2021) en ‘Doden van dieren aan het licht’ (2022). In de laatste zijn verschillende specifieke aanleidingen voor doden in ogenschouw genomen: van het bestrijden van plaagdieren tot aan de slacht van productiedieren. Toen was de conclusie dat het doden van dieren nooit vanzelfsprekend mag zijn.

Voor de RDA is het duidelijk dat voortijdig doden nooit een oplossing mag zijn voor tekortkomingen op een bedrijf of in een houderijsysteem. Structurele oorzaken moeten nadrukkelijk een plek krijgen in de besprekingen over het convenant Dierwaardige Veehouderij. Het kabinet heeft die in gang gezet, mede naar aanleiding van de RDA zienswijze Dierwaardige veehouderij (2022).

Voortijdig doden

De discussie over voortijdig doden moet volgend de nieuwe RDA zienswijze gaan over incidentele gevallen. Daarvoor doet de RDA aanbevelingen op vier aspecten: zoveel mogelijk preventie, een zorgvuldige besluitvorming, een verantwoorde uitvoering en betere communicatie. Voor situaties waarin voortijdig doden mogelijk acceptabel is, onderscheidt de Raad in zijn zienswijze twee categorieën. De eerste betreft dieren die ondraaglijk en onherstelbaar lijden en waarvoor geen andere optie resteert dan ze uit hun lijden verlossen. De tweede categorie bestaat uit dieren die gebreken en aandoeningen hebben waarmee ze weliswaar nog uit de voeten kunnen maar die bedrijfeconomisch qua opbrengsten en kosten een probleem gaan vormen. De bedrijfsmatige houderij van dieren stelt met andere woorden beperkingen aan de aard en de omvang van de zorg die een individueel dier kan worden gegeven.

Beslisondersteuners

Er wordt vastgesteld dat beslisondersteuners, richtlijnen en protocollen bijdragen aan een zorgvuldiger en controleerbare besluitvorming en uitvoering. Daarom roept de RDA sectorpartijen op deze hulpmiddelen voor alle sectoren te ontwikkelen en op te nemen in kwaliteitssystemen. Zo’n instrumentarium is namelijk nog niet voor alle sectoren breed beschikbaar.

Communicatie

Een andere conclusie is dat voortijdig doden van jonge dieren een emotioneel en moreel beladen onderwerp is en daardoor lastig bespreekbaar. Dat kan belemmerend werken op het tijdig nemen van een besluit en kan ook maatregelen voor verbetering in de weg staan. In de bedrijfsmatige dierhouderij moet daarom meer en beter worden gecommuniceerd over het doden van zorgbehoevende dieren. Volgens de RDA kan de overheid hieraan bijdragen door het voortijdig doden van dieren nadrukkelijker aandacht te geven in opleidingen van dierhouders en andere dierprofessionals.

Introfoto: Doden zorgbehoevende dieren (©RDA)