Nieuws

Welzijnsproblemen konijnenhouderij aangepakt

In het ‘Plan van aanpak 2010 - 2016’ omschrijft de LTO-vakgroep Konijnenhouderij hoe de konijnenhouderij de komende jaren verder werkt aan het verbeteren van het dierenwelzijn. Groepshuisvesting in alle levensfases is een belangrijk streven.

Het rapport ‘Ongerief bij konijnen, kalkoenen, eenden, schapen en geiten’ is als leidend document gebruikt voor het Plan van aanpak 2010-2016. In betreffend rapport wordt het ongerief gerubriceerd en gerangschikt op basis van een expertview van met name dierwetenschappers van Wageningen UR.

Verbeteringen nodig:

  • Groepshuisvesting. Op de lange termijn wil de sector voor alle soorten konijnen overschakelen op welzijnsvriendelijke huisvesting op basis van volledige groepshuisvesting. Als tussenstap naar volledige groepshuisvesting voor voedsters wordt nu eerst semi-groepshuisvesting onderzocht. De sector heeft als ambitie dat voedsters in 2016 zijn gehuisvest in een systeem met semi-groepshuisvesting.
  • Betere hokbodems. Het is gebruikelijk om voedsters te huisvesten in hokken met een gaasbodem. Onderzoek wijst uit dat door het aanbrengen van een kunststof mat op de gaasbodem voetzoolverwondingen bij voedsters worden voorkomen. In 2009 zijn stappen gezet om de toepassing van een mat op te nemen in de Welzijnsverordening. In 2016 moeten alle konijnenhouders een mat aangebracht hebben in de hokken voor de voedsters, opfokvoedsters en fokrammen.
  • Hokverrijking en ruwvoerverstrekking. Ook al is een konijnenhouder volgens de huidige Welzijnsverordening verplicht om dagelijks afleidingsmateriaal of ruwvoer te verstrekken, bij alle categorieën konijnen speelt de vraag welk afleidingsmateriaal of ruwvoer het beste voldoet aan de behoefte van het konijn en hoe het verstrekt dient te worden. Om hier meer zicht op te krijgen start de sector een meerjarig onderzoek. Vanaf 2012 moeten konijnhouders hun dieren verbeterd verrijkingsmateriaal aanbieden.
  • Minder uitval. De commerciële konijnenhouderij wordt gekenmerkt door een hoge uitval van zowel jongen als voedsters. De sector zal de uitval jaarlijks gaan monitoren. Tegelijkertijd worden factoren in beeld gebracht die bijdragen aan een substantiële verlaging van uitval.
  • Beperken ongerief voerbeperking. Opfokvoedsters en rammen kennen een beperking in voer (tot 20-30% van wat ze willen eten). Aangenomen wordt dat deze voerbeperking een zekere mate van ongerief geeft. Door mechanisatie van de voerverstrekking kunnen meerdere voerbeurten per dag worden verstrekt. Daarnaast kan door verbeterde ruwvoerverstrekking het ongerief worden beperkt. De sector werkt aan beide oplossingsrichtingen.
  • Transport. De sector konijnenhouderij gaat een Code Goede Praktijk voor Transport ontwikkelen waarin richtlijnen worden opgenomen over transport van konijnen. De sector neemt deze code op in de kwaliteitssystemen. De Code Goede Praktijk voor Transport is in 2011 gereed.

Kritiek Dierenbescherming

De Dierenbescherming heeft de nodige kritiek op het Plan van Aanpak. Ze vindt dat de problemen niet snel genoeg worden aangepakt en de oplossingen niet ver genoeg gaan.


(Bron foto: Wageningen UR Livestock Research)