Wegen van welzijn van dieren in de natuur
De RDA geeft deze adviezen in de zienswijze ‘Wegen van Welzijn van Dieren in de Natuur', ook samengevat in een korte publieksversie.
Maatschappelijke aandacht
Regelmatig zijn er in ons land discussies over de positie van dieren in de natuur en de verantwoordelijkheid van de samenleving voor hun welzijn. Het kan dan gaan over een wolf die onze oostgrens passeert, een oehoe die het op voorbijgangers heeft gemunt, weidevogels die hun jongen nog maar mondjesmaat grootgebracht krijgen of om runderen en grootwild in de Amsterdamse Waterleidingduinen of de Oostvaardersplassen. Daarbij is voor het publiek niet altijd duidelijk hoe de betrokken overheid rekening heeft gehouden met het welzijn van het dier.
Gemeenschappelijke leidraad
De Raad ziet dan ook dat overheden en beheerders van natuurgebieden soms worstelen met vragen over het welzijn van dieren in de natuur. Moet er worden ingegrepen als wilde dieren in de stad voor overlast kunnen zorgen en wat betekent dat voor hun welzijn? Moeten we het welzijn van vossen ondergeschikt maken aan dat van grutto’s als hun nesten worden bedreigd? Een heldere afweging is in zulke situaties heel belangrijk, maar zeker niet eenvoudig. En veel partijen kijken mee, met ieder een eigen mening. De provincies zijn tegenwoordig verantwoordelijk voor het natuurbeleid, maar dieren houden zich niet aan provinciale grenzen. Dat kan tot verschillende besluiten in vergelijkbare situaties leiden. Ook tegen die achtergrond is een gemeenschappelijke leidraad voor het nemen van besluiten op dit gebied van belang.
Afwegingskader
Om te voorzien in zo'n leidraad presenteert de Raad in deze zienswijze een afwegingskader met een bijbehorend stroomschema. Deze bieden plaats aan alle belangen, waarden en overwegingen die bij een afgewogen besluit van belang kunnen zijn. Stap voor stap kan worden bepaald óf er een probleem is, of de overheid of beheerder daar iets aan moet doen en wat dat zou kunnen zijn. Daarbij wordt gekeken naar het individuele dier maar ook naar de populatie: ingrijpen ten behoeve van een dier hoeft niet in het belang te zijn van de populatie op langere termijn. Als overheden gebruik maken van het afwegingskader wordt het duidelijk hoe er met dierenwelzijn rekening wordt gehouden en welke overwegingen er aan een besluit ten grondslag liggen.
Verdeling van verantwoordelijkheden
De verdeling van de verantwoordelijkheden tussen Rijk en provincies is niet altijd even duidelijk wanneer het om dieren in de natuur gaat. Voor niet-gehouden dieren ligt die bij de provincies, behalve in natuurgebieden die onder verantwoordelijkheid vallen van het Rijk, zoals de grote wateren. De Raad adviseert daarom de overheden ook om duidelijk te maken hoe de verantwoordelijkheid voor het welzijn van dieren in de natuur is verdeeld tussen Rijk en provincies.
(Bron foto: omslag RDA zienswijze Wegen Welzijn Dieren in de Natuur)