Opvallend voor de geitenhouderij is dat ‘middenbedrijven’ vrijwel geheel ontbreken: of het aantal geiten is klein (1 tot 10) of het aantal geiten is groot (100 tot 3000). Voor de kleinere houders geldt dat dit veelal hobbyfokkers of hobbyhouders zijn die een paar dieren in het weitje bij huis willen.
Een deel van de geitenhouderijen heeft een zorgfunctie: geiten zijn door hun aard en grootte zeer geschikt als zorgdier voor de cliënten van zorgboerderijen. Een speciale categorie geitenhouders zijn de kinderboerderijen. Geiten (vooral dwerggeiten maar ook grotere rassen) zijn populair omdat ze niet schuw zijn richting mensen. Het totale aantal geiten op kinderboerderijen is echter zeer beperkt.
In dit dossier worden de belangrijkste oorzaken van welzijnsproblemen bij bedrijfsmatig gehouden melkgeiten besproken. Welzijnsproblemen bij geiten hangen grotendeels samen met moederloze opfok, lammersterfte, export van geitenlammeren, ontbreken van klimmogelijkheden, onthoornen, en infectieziekten.
Zie het Welfare Quality dossier voor meer informatie over het meten van welzijn aan de hand van dierkenmerken.