Nieuws

Betekent plezier voor mensen ook plezier voor dieren?

Samenvatting
  • Onderwerp
    Bewustwording bij gebruik van dieren in sport, ontspanning, traditie en vermaak
  • Interessant voor
    verenigingen, particulieren, bedrijven, (dorps)gemeenschappen, gemeenten
Meer informatie
Sport, evenementen en tradities met dieren zijn sinds jaar en dag onderdeel van de Nederlandse samenleving. Van duivensport en viswedstrijden tot de haan van Kallemooi en levende kerststallen. De vanzelfsprekendheid van de inzet van dieren voor deze actviteiten staat ter discussie. Mag het dier lijden onder de inzet voor activiteiten die vermakelijk zijn voor mensen?

Met de zienswijze "Plezier voor mens én dier?" (Publieksversie) heeft de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) zich op eigen initiatief verdiept in dit onderwerp en doet een aantal aanbevelingen. De RDA is van mening dat als een dier wordt blootgesteld aan activiteiten op het gebied van sport, ontspanning, traditie of vermaak, aan zes leidende principes moet worden voldaan. Dit om een dierwaardige inzet van de dieren te realiseren. Dat kan ertoe leiden dat sommige activiteiten in de huidige vorm niet meer kunnen bestaan en dus zouden moeten veranderen of zelfs zouden moeten stoppen. De RDA adviseert ook om gemeenten meer bevoegdheden te geven op het gebied van dierenwelzijn bij evenementen.

Waar schuurt het?

Nederland kent een grote variatie in sporten, spellen, tradities, feesten, evenementen en andere activiteiten met dieren. Van roofvogelshows en levende kerststallen, tot zwientie tikken en postduivenwedstrijden. Deze activiteiten worden georganiseerd en/of beoefend door onder andere verenigingen, particulieren, bedrijven en (dorps)gemeenschappen. Hoe uiteenlopend de activiteiten ook zijn, het primaire doel bij deze activiteiten is vaak plezier en ontspanning bij de mens. Maar wat schuurt er nu? Het gaat schuren bij situaties waarin de activiteit negatieve gevolgen heeft voor het welzijn van het dier maar de belangen van de mens (commercieel, prestige, vermaak) groot zijn. Hierbij kan gedacht worden aan activiteiten waarbij het dier schade oploopt, zoals bijvoorbeeld in de hengelsport. Of aan actviteiten waarin het onvermijdbaar is dat er dieren sneuvelen, zoals duiven tijdens wedvluchten.

Dierwaardige praktijken

De RDA vindt dat het belang van het dier altijd voorop moet staan. De vraag is: hoe beoordeel je dat? Voor de veehouderij is het begrip ‘dierwaardigheid’ geïntroduceerd en hiervoor zijn zes leidende principes geformuleerd. Deze principes zijn nu ook uitgewerkt voor sport, ontspanning, traditie en vermaak. Een van de aanbevelingen is om aan de slag te gaan met het opstellen en uitvoeren van dierenwelzijnsplannen op basis van deze leidende principes. Zo kunnen betrokkenen stap voor stap in alle openheid werken aan verdere verbetering van het dierenwelzijn.

Gemeentelijke bevoegdheden

Verder signaleert de RDA dat veel gemeenten graag meer bevoegdheden willen op het gebied van dierenwelzijn bij evenementen, zoals ook in de zienswijze ‘Dieren in het huis van Thorbecke’ naar voren kwam. Nu kan een gemeente (of een andere laag van de overheid) een vergunningaanvraag niet weigeren op grond van dierenwelzijn. Vaak is er geen vergunnings- of registratieplicht voor het organiseren of aanbieden van mens-dieractiviteiten. Daardoor is het voor de bevoegde autoriteiten lastig om afdoende toe te zien op dierenwelzijn.

De RDA adviseert de minister om de aanbevelingen over de gemeentelijke bevoegdheden bij evenementen met dieren uit de RDA-zienswijze ‘Dieren in het huis van Thorbecke’ aan te nemen. Zeker voor evenementen met dieren lijkt dit op gemeenteniveau een goede verbetering voor de vergunningverlening. Dit zou wel een expliciete, nieuwe rechtsbasis vereisen (in de Wet dieren) die landelijk gerealiseerd moet worden.

Bron introfoto: Postduif (©Krzysztof Niewolny via Pixabay)